Via horeca is Albert Heijn toch de topplek voor Roelinka en Dierck-Jan
‘Ons doel: klanten die tevreden de deur uitgaan’
Broer en zus Roelinka de Groene-Gommers en Dierck-Jan Gommers zagen voor zichzelf een toekomst in de horeca. Beiden doorliepen met succes de hotelschool en werkten ook in deze business. Toch zijn ze samen in het familiebedrijf gestapt. Nu runnen ze twee filialen van de Albert Heijn, als opvolgers van hun ouders.
Opgegroeid met ouders die intensief betrokken waren bij hun AH in Vaassen (en later ook in Ommen) zagen beide kinderen niets in het winkelbedrijf. In die tijd waren de middenstanders dag en nacht bezig in hun zaak, met hulp van slechts enkele medewerkers. Nu werken verdeeld over beide filialen ruim tweehonderdtwintig personeelsleden en komt het runnen steeds meer neer op het werk achter de schermen. Mede omdat het aantal openingsuren enorm is uitgebreid.
Pa en ma Gommers zijn in 1988 gestart met de Albert Heijn in Vaassen. De familie woonde eerst in Apeldoorn maar de logische verhuizing naar Vaassen volgde uiteindelijk in 1997. Dochter Roelinka (42) zag meer toekomst in de horeca. “Heb echt nooit gedacht: dit wil ik ook. Heb gewerkt in hotels, aan de receptie en verzorgen van reserveringen. Maar na de overname van de AH in Ommen in 2002 door onze ouders begon het toch te kriebelen. Dus geleidelijk ben ik overgestapt.” Broer Dierck-Jan stond na zijn horeca-opleiding in diverse keukens in de potten en pannen te roeren. “Eerst zag ik niets in een stoffige, saaie kruidenierswinkel. Uiteindelijk heb ik toch gesolliciteerd bij mijn vader”, blikt hij terug. Hij liep een jaar stage bij een AH, gerund door het moederbedrijf. “Dan weet je precies hoe het moet lopen”, zegt hij. Samen met zijn zus heeft hij nu twee franchise filialen, in Vaassen en Ommen.
De overname van het bedrijf van hun ouders in geleidelijk gegaan. “Een proces van een jaar of zes”, blikt Dierck-Jan terug. Ze verdelen hun aandacht over beide zaken en hebben ook hun taken goed verdeeld. Roelinka is de administratieve kracht, Dierck-Jan onderhoudt de contacten met gemeente en mede-ondernemers. Natuurlijk proberen bieden regelmatig in de winkels te staan. “Voor opening op zaterdag even met de schrobmachine door de zaak te gaan is heel ontspannend”, vertelt Dierck-Jan. Beiden hebben één gemeenschappelijk doel: dat klanten tevreden de deur uitgaan. “De winkel is ook een sociale ontmoetingsplaats en natuurlijk zijn wij lokaal betrokken, mede door het ondersteunen van verenigingen en vrijwilligers.”
De aanpak verschilt per filiaal. “In Ommen hebben we twaalf koopzondagen per jaar. Daar is gekeken naar de vele toeristische overnachtingen per jaar. Daarom is die winkel in de zomer en tijdens de feestdagen op zondag open”, licht Roelinka toe. Dat ook toeristen in Vaassen gewend zijn aan geopende winkels op zondag heeft Dierck-Jan met eigen ogen ervaren. “Ga maar op zondag naar de supermarkten in Apeldoorn die open zijn”, zegt hij.
De verschuiving in openingstijden is al enorm. “Vroeger waren de winkels op maandagochtend en woensdagmiddag dicht. Nu zijn we elke avond tot negen uur open”, zeggen beiden. Dankzij hun vele medewerkers hebben ze tijd voor hun hobby’s. Roelinka probeert regelmatig te sporten en natuurlijk vraagt haar gezin de nodige aandacht. Samen met partner Gert-Jan heeft ze de zorg over dochters Dionne (10) en Feline (6).
Dierck-Jan woont samen met zijn vriendin Gwen in Apeldoorn. Samen delen ze de passie zeilen. Ieder vrij moment zijn beiden op het water te vinden. “Een weekeinde niet gezeild kan bijna niet”, stelt Dierck-Jan. Voor zus Roelinka is de invulling van de vrije tijd anders. “Lekker de warmte opzoeken met het gezin. Eerder ging ik graag op wintersport, maar nu ben ik bang iets te breken”, bekent Roelinka. Daarnaast probeert ze ook sportief bezig te zijn. “Ik wil graag minimaal een keer per week sporten bij Veenstade. Dat is wel lekker om te doen. Even het hoofd leegmaken.”
Ondanks de eerste aarzeling om een ‘kruidenierswinkel’ te runnen, voelen beiden zich helemaal op hun plek bij de Albert Heijn filialen in Vaassen en Ommen.
Tekst: Dorien Schreurs